Drie kinderen, dat is drie feestjes per jaar,
en dat heel veel jaren lang. Dus, amper uitgerust van het vorige evenement,
moet ik weer aan het werk. Er moeten spelletjes bedacht, slingers opgehangen,
poppenkastshows voorbereid, uitnodigingen verstuurd. En dan, de dag voor het
festijn, komt het ergste. De taart. Nu ben ik best een goede kok, al zeg ik het
zelf. Hé, ik heb zelfs een kookblog, met een aanzienlijke schare lezers. Maar
kindertaarten? Er rust een vloek op. Een erfelijke vloek, denk ik, want ik
herinner mij dat voor de kinderfeestjes uit mijn jeugd, mijn váder de taarten
moest bakken. Mijn moeder, zelf ook geen onverdienstelijk kok, kon, denk ik,
simpelweg de stress hiervan niet aan. Terwijl zij de meest fantastische feesten
in elkaar draaide, met levensgroot ganzenbord op het gras, speurtochten door
het bos, zelfgemaakte triviantspellen, bakte mijn vader de
taart. Een simpele cake, die bedolven werd onder een dikke laag gekleurd
glazuur en smarties. Precies zo, als een kindertaart hoort te zijn.
Zelfgemaakt, druipend, kleurig, en een beetje scheef.
Na jaren van treincakejes die niet uit de mal
kwamen, ingezakte, roze aardbeien-laagjes-taart en andere, aangebrande dan wel
ongare succesverhalen was ik dus eigenlijk wel een beetje opgelucht toen, een
week voor het festijn, de oven het opeens begaf. Met het bellen van een monteur
maakte ik maar niet teveel haast. Dit was mijn kans, voelde ik, om zonder
gezichtsverlies onder het bakken uit te komen. Niet gezichtsverlies naar de
kinderen toe, begrijp me goed. Zelfs niet naar de andere moeders. Nee, naar mezelf. Ik kan het niet, een gekochte taart serveren. Dat andere moeders dit
doen begrijp ik goed, heel goed zelfs. Al die tijd en stress die het scheelt,
en je bent vast goedkoper uit ook. Alleen, het past niet bij mij.
Maar nu was de oven kapot. Ik kon niet anders.
Zeker nu ik dit jaar twee taarten nodig had, ook nog eens een voor de
peuterschool. Dus kocht ik een stapel hele goedkope cakes, bij de supermarkt.
Ik lijmde ze in elkaar, kwakte er heel erg veel glazuur, glitterbolletjes en
sprinkels op. Wat was hij mooi, deze taart, een beetje van mezelf, en een
beetje van de supermarkt. En wat was hij lekker, complimenteerde iedereen,
waarop ik natuurlijk grif mijn zonde bekende.
Maar, omdat ik het nou eenmaal niet kon laten,
bakte ik nog snel een bloemloze chocolade taart. Voor de ouders. In de oven,
die stiekem intussen al lang gemaakt was.
Italiaanse chocoladetaart zonder bloem
150 g boter
200 g pure chocolade
200 g fijne suiker
4 eieren
Smelt de boter en de chocolade op laag vuur
of, beter nog, au bain marie. Splits de eieren. Klop het eiwit stijf, en roer
daar de helft van de suiker door. Meng de eigelen met de andere helft van de
suiker, en voeg daar de gesmolten boter en chocolade bij. Meng op het laatst
voorzichtig het eiwit erdoor, zodat je zo min mogelijk lucht verliest. Giet het
mengsel in een taartvorm en bak 40 minuten in een voorverwarmde oven op 180
graden. Serveer zo, met zure room en eventueel wat aardbeien.
Oh ja, kinderfeestjes-stress .... kan het me nog goed herinneren! Lekker, je glutenvrije taart!
ReplyDelete