Thursday 29 December 2011

Napret

Kerst is weer voorbij. En wat een drukte was dat. Ons o zo kalme drietal werd verder versterkt door twee kleine neven. Waarvan vooral de kleinste, amper zes weken oud, zich liet gelden. Nu is iedereen weer naar huis en de rust zal over een jaar of achttien wel weer wederkeren. Wat zo heerlijk is na alle drukte van kerst is dat je de eerste dagen in ieder geval niet hoeft te koken. Je eet simpelweg de restjes van het festijn.

In Engeland staan de bladen vol recepten voor curry van leftover turkey, maar dat was me zelfs teveel moeite. Voor het bordje hierboven wokte ik het groen van de leeggeplukte spruitstelen, raspte er wat gember en sinaasappelschil over, en bluste met sinaasappelsap en honing. Daarna roerde ik er wat fijngesneden restjes gans door en serveerde met een kliekje aardappelpuree. Weer een dag klaar. Jasmijn eet al dagen restjes bietensoep gemengd met diezelfde puree en smult ervan.

Nu begint de bodem van de ijskast toch in zicht te komen. De restjes worden specifieker en er moet weer gekookt worden. Deze schotel maakte ik met een restje mince meat. En nee, dat is geen gehakt. Het is het zoete mengsel van gedroogde vruchten en drank waarvan de Engelse mince pies worden gemaakt. Heb je dit niet staan, gebruik dan een mengsel van gedroogde zuidvruchten als rozijnen, krenten, gedroogde appeltjes, citroen en sinaasappelrasp, bruine suiker en niet te vergeten een scheut brandy. Het is een geurige, kruidige winterschotel die zelfs de somberste dag een beetje kan opfleuren.

Zuurkoolschotel met mincemeat en notenkruimel

1 kg aardappel

4 pastinaken

1 selderijknol

1 kg zuurkool

gedroogde abrikozen

mincemeat (of het mengsel hierboven beschreven)

gemengde specerijen (nootmuskaat, kaneel, kruidnagel, piment)

80 g (glutenvrij of gewoon)meel

40 g boter of harde margarine

handje geschaafde amandelen

Schil en snijd alle knollen fijn, kook ze in ruim water gaar en stamp er puree van. Voeg wat melk toe om hem smeuïg te maken, en wat olie, peper, zout

Meng dan de zuurkool met 5 grote eetlepels mince meat, of meer naar smaak, en een handje gedroogde fijngesneden abrikozen. Proef, en kruid eventueel wat bij met wat extra nootmuskaat, kaneel, kruidnagel en piment.

Kneed dan het meel en de boter tot een kruimelig deeg. Roer er de amandelen door. Kruid met ongeveer 1 theelepel nootmuskaat, 1 theelepel kaneel, 1/2 theelepel kruidnagel en een 1/2 theelepel piment,

Leg in een grote ovenschotel een laag zuurkool en schep daarover de puree. Strooi eroverheen het kruimeldeeg. Bak het geheel een half uur in de oven op 200 graden.

Tuesday 20 December 2011

Een eigen huis


Belletjes klingelen, lichtjes fonkelen en kerstliedjes zwieren zachtjes door de kamer. Kersttijd is aangebroken. Hagel en storm beuken buiten tegen het huis, maar gelukkig is het vakantie en hoeven we nergens naar toe vandaag. We blijven binnen. Binnen is het warm en ruikt het naar sparrennaalden en kruidige koek. De kerstvakantie duurt nog lang maar wij vermaken ons met leuke dingen doen. Lekkere dingen. We gaan een peperkoek huis bakken.

Maar wat voor een? Een glutenvrije, zodat ik zelf mee kan eten? En koemelkvrij voor Jasmijn? Koken in ons huis is niet makkelijk meer.
Is het mogelijk een stevig genoeg recept voor glutenvrije peperkoek te bedenken, waar ik een huis van kan maken dat niet in elkaar stort? Natuurlijk, ik houd van een uitdaging.

Alleen, ik heb Moodkids een artikel beloofd, mét foto’s van mijn huis, dus ik kan geen risico’s nemen. En niet zit iedereen te wachten op een glutenvrij recept. Ik eindig met niet één, niet twee maar drie recepten. Een simpel recept voor een makkelijk, stevig huis, mét gluten, zonder ei. En een glutenvrije variant, beproefd en geproefd. Als laatste maak ik een traditioneel Duits recept voor Lebkuchen, op basis van roggemeel.

Alledrie de varianten zijn geschikt voor het maken van een huis en we bouwden er twee helemaal af, met succes. De glutenvrije peperkoek breekt wat sneller dan die gemaakt met tarwemeel, maar breuken kun je lijmen met wat glazuur en als het huis eenmaal staat is het stevig. Roggemeel is heel laag in gluten, maar levert toch een stevig huis op. Aangezien ik grof roggemeel gebruikte werd de koek wat ruw van structuur, ik zou een fijner roggemeel aanbevelen. De smaak van lebkuchen doet een beetje denken aan ontbijtkoek, die immers ook van roggemeel wordt gemaakt.

Peperkoek (naar keuze glutenvrij of zuivelvrij te maken)

250 g koude boter, in stukjes *
600 g meel (naar keuze tarwe of glutenvrij**)
200 g fijne bruine suiker
7 eetlepels stroop
1 ei (alleen bij glutenvrij)
2 theelepels bakpoeder
1 theelepel kaneel
4 theelepels gember
1 eetlepel xanthaan gom (alleen bij glutenvrij)
1 eetlepel vlozaad (psyllium husk) (alleen bij glutenvrij)

* Dit kun je vervangen door een zuivelvrije harde margarine
** Ik gebruik Dove’s Farm glutenvrij meel.

Er is veel te doen dus ik zet de kinderen aan het werk. Eerst maken we het deeg. In een grote kom mengen we de ingrediënten door elkaar. Samen kneden we het mengsel tot een soepel deeg.
Mocht het deeg te nat worden voeg dan wat extra lepels meel toe, het moet niet plakkerig zijn. Als het netjes gemengd is leggen we het deeg een half uurtje in de ijskast om op te stijven. Als het klaar is zetten we de oven aan op 200 graden om voor te verwarmen.


We bestrooien een snijplank en onze deegroller met wat meel en rollen het deeg tot dunne plakken van ongeveer een halve centimeter dik. Daaruit snijden we een dak en muren voor ons huis. Als je wilt kun je een deur en ramen uitsnijden. Om het makkelijker te maken kun je de Moodkids template gratis downloaden.
We bakken de muren en dakpanelen ongeveer 10 tot 12 minuten. Als we ze uit de oven halen laten we ze helemaal afkoelen op de plaat, zonder ze aan te raken! Ze zijn nu nog erg zacht en anders zullen ze breken, zeker de glutenvrije exemplaren. Eenmaal koud zijn de delen stevig en kunnen we het huis in elkaar zetten. Omdat het een precies werkje is waarvoor vier handen nodig zijn, liefst niet van peuters en kleuters, doen papa en mama het ’s avonds samen. Dan kan het meteen goed drogen gedurende de nacht. Om het huis in elkaar te lijmen mengen we 250 g poedersuiker met een eiwit tot een stevig glazuur.

Voeg eventueel nog wat water of juist extra poedersuiker toe, het glazuur moet net vloeibaar zijn maar niet te dun, anders droogt het te langzaam. Met een spuitzak, bijvoorbeeld gemaakt van een plastic zakje waar een puntje uit is geknipt, kitten we de muren van binnenuit dicht. Mocht je breuken krijgen in je panelen dan kun je ze met het glazuur lijmen. Laat ze dan wel goed drogen voordat je verder bewerkt. De breuklijnen kun je later tijdens het versieren bedekken.

Als het huis klaar is komt het leukste, het versieren. Je kunt alles gebruiken wat je mooi vindt. Koekjes, snoepjes, marshmallows, chocolade, zuurstokken, gekleurde sprinkels. Met hetzelfde glazuur waarmee we het huis in elkaar gekit hebben plakken we de versieringen vast. Als je met kleine kinderen werkt zet dan je perfectionisme opzij. Laat ze lekker rommelen, het wordt hún huis en als je een heel strak gestileerd huis wilt kun je het beter alleen maken. Pas wel op met wriemelende peutervingers, het glutenvrije huisje is fragiel.


Het is een goed idee heel kleine kinderen niet direct aan het huis zelf te laten werken. Maak van de restjes deeg die je overhebt kerstboompjes, sterren, peperkoekmannetjes of simpelweg rondjes. Laat de kinderen deze versieren en plak ze later tegen de wanden aan. Ziet je huisje toch wat al te gammel uit? Een flinke sneeuwbui van poedersuiker doet wonderen. Of spatel een paar flinke lepels wat dunnere glazuur over het dak en laat hem naar beneden druipen. Zo bedek je meteen eventuele oneffenheden.




Lebkuchen

600 g roggemeel
350 g suiker
4 eieren
80 g honing
1 eetlepel bakpoeder
3 à 4 eetlepels kruiden (gember of speculaaskruiden)

Kneed de ingrediënten door elkaar tot een soepel deeg. Laat het enkele uren op kamertemperatuur rusten. Verwerk het dan als boven beschreven, maar bak het op 165 graden circa 20 minuten.



En zo kan iedereen genieten van zijn eigen huis. Met of zonder gluten, melk, ei of tarwe. Eet smakelijk, en een heel fijne kerst!

Een deel van dit artikel verscheen ook op Moodkids

Tuesday 13 December 2011

Soep

Soep is lekker. Soep is gezond. Soep is heel makkelijk te maken. Soep maakt je warm nadat je overvallen bent door een hagelstorm. Ik zeg dus: Eet meer soep.

Al deze recepten zijn met wat stevig brood en boter geschikt als warme maaltijd.

Borsjt


Borsjt is een prachtig dieprode bietensoep die vooral in Oost Europa en Rusland wordt gegeten. Een Poolse kennis vertelde mijn moeder dat in borsjt alles kan en mag, zolang er maar bieten ingaan. Ze vond het een prachtige soep om restanten groente in te verwerken. Dit is mijn borsjt geworden. Ik had er graag nog wat friszure appel bij gedaan, maar die was net op, dus voegde ik als zure component een paar eetlepels citroensap toe. Je kunt ook een scheutje azijn toevoegen.

8 bieten
3 aardappels
halve selderijknol
kwart rode kool
1 ui
2 wortels
laurier
citroensap, naar smaak
bouillon (groente of rund)

Snijd alles fijn. Fruit de ui zachtjes aan in wat olie. Voeg de rest van de groente toe en overgiet het geheel met de bouillon. Laat het ruim een half uur koken, totdat alle groenten zacht zijn. Pureer dan de soep glad. Serveer de soep met zure room en verse dille.

Ham-preisoep


Laatst kookten we weer eens een Gammon, een flinke beenham, en het kookvocht daarvan is een heerlijke ham-bouillon. Samen met de restjes ham aten we de volgende dag deze engelse klassieker. Heb je, toevallig, net geen ham gekookt gisteren dan kun je ook een andere bouillon gebruiken. Liefst wel van varkensvlees, of anders groente. Voor een vegetarische variant vervang je de ham door paddestoelen.

1 ui
2 grote of 3 kleinere aardappels
3 middelgrote preien
bouillon
150 ml room
handvol ham, in kleine stukjes

Snijd de ui en fruit hem aan. Was en snijd ook de prei en fruit deze mee. Schil de aardappels en snijd ze in kleine stukjes. Gooi ze bij de prei en roer even om. Overgiet het geheel met zoveel bouillon tot het ruim onder staat en laat doorkoken tot de prei en aardappels gaar zijn, ongeveer twintig minuten. Voeg dan de room toe en pureer alles fijn. Voeg vlak voor het serveren de ham erdoor.

Zuurkoolsoep


Zuurkool is in Engeland moeilijk te krijgen. Gelukkig hebben we zo onze manier om toch en voorraadje te krijgen. Het liefst maak ik er soep van. Er was ooit een recept, lang geleden, ik meen uit de Allerhande. Maar dat is al jaren kwijt, dus nu maak ik mijn eigen versie.

1 pak zuurkool
2 aardappels
1 blikje ananas op sap
1 ui
groentebouillon
gemengde groene kruiden (tijm, salie, rozemarijn)
150 ml crème fraiche

Snijd en fruit de ui. Voeg de zuurkool toe, de in stukken gesneden aardappel en overgiet alles met de bouillon tot het net onder staat. Giet het sap van de ananas erbij. Kook tot de aardappelen gaar zijn. Roer dan de soep stevig zodat de aardappel uit elkaar valt en de soep bindt. Je kunt hem pureren maar dan verlies je de textuur van de zuurkool en ik vind zelf dat dat de soep wat saaier maakt. Voeg op het laatst de stukjes ananas toe en de crème fraiche. Als je wilt kun je er bij het serveren nog wat reepjes ham of uitgebakken ontbijtspek op strooien.

Binnenkort meer soeprecepten. De winter is nog lang niet voorbij. Op dit moment droom ik van kastanjesoep (geweldig voor het kerstdiner ware het niet dat Roel niet van kastanjes houdt) en zoete aardappel-pindasoep. Recepten volgen.

Wednesday 7 December 2011

Kerstgans


Engeland staat op zijn kop. De belangrijkste feestdag van het jaar komt er aan en Engelsen bereiden zich graag goed voor. Kerstbomen staan al weken klaar, kerstkaarten worden royaal uitgedeeld en carols klinken overal. Nu de goedheiligman weer naar Spanje vertrokken is gaan ook wij Hollanders langzaam aan het volgende feest denken. Met natuurlijk de hamvraag: wat gaan we eten? Al mijn favoriete webwinkels sturen herinneringen, als ik zeker wil zijn van een spoedige bezorging moet ik mijn kerstbestellingen snel plaatsen. Tijd om te beslissen. De gemiddelde leeftijd tijdens ons kerstdiner dit jaar is laag, zeer laag, met de jongste nog geen twee maanden oud. We willen dus voor elk wat wils.

Ik struin door mijn archieven. Wordt het, zoals vorig jaar, klassiek Engels? Of doen we het dit keer liever Nederlands. Die vraag zet me aan het denken. Wat is eigenlijk een traditioneel Nederlands kerstdiner? Bestaat dat wel? Als ik terugdenk aan de kerstmissen uit mijn jeugd proef ik haas, hert, fazant. Elk jaar wat anders. Wat bleef was mijn moeders luchtig piekende aardappelpuree. Stoofpeertjes. Spruitjes met kastanjes. Aangevuld met het laatste recept uit de Allerhande van dat jaar, wat waarschijnlijk half Nederland at. Meer nog is een Nederlandse kerst de kerststol bij het ontbijt. De kransjes in de boom, van chocolade, met zoete vulling en kleine spikkeltjes. Kerstkransen van banketstaaf.

Na vijf jaar in Engeland worden mijn Nederlandse herinneringen overschaduwd door de Engelse. De mince pies, Christmas pudding, Christmas cake. De mulled cider, honey roast parsnips, geglazuurde kerstham en gepofte kastanjes. Engelse kerst is kruidig, geurig en zoet. Er is een ding echter wat me niet kan overtuigen. In het overgrote deel van de huizen komt een gebraden, gestuffde kalkoen op tafel. Saai vlees, dat van mij aan de andere kant van de Atlantische oceaan had mogen blijven. Dus kozen wij vorig jaar voor een gans. Dat is de echte Engelse klassieker, gegeten door Charles Dickens en zijn Scroodge. En wat een genot was dat beest. Bijna negen maanden zwanger had ik weinig gasten aan tafel en acht kilo gans. We aten een week van de gans. Van het karkas trokken we bouillon, die we op derde kerstdag omtoverden tot goose-parsnip soep. Van de laatste restjes maakten we een leftover curry. In het uitgelopen vet roosteren we al een jaar lang onze aardappels. Ga je voor gans, wees dus niet bang een te groot exemplaar te kopen. Hij komt wel op.

En wat eten we dit jaar? Het besluit is nog niet genomen maar ik weet wie mijn stem krijgt.


Kerstgans

1 gans
2 citroenen
3 limoenen
eetlepel vijf kruiden mangsel
groene kruiden (peterselie, tijm, salie)
honing

Ik kocht een prachtig exemplaar, die op de foto's vrolijk rondzwierf door de heuvels van Wales. Zo veel frisse buitenlucht, die moest wel heerlijk smaken. We vulden de gans niet, aangezien dat het evenredig garen niet ten goede komt, en de kans op een droge, overgare borst groter wordt. Ook bonden we de poten niet vast. De poten zouden namelijk eigenlijk langer moeten roosteren dan de borst, en er is het risico dat je ofwel ongare poten krijgt ofwel een droge borst. Er zijn een aantal trucs om dit te voorkomen, geinspireerd door Harold McGee. Je kunt bijvoorbeeld de gans eerst met de borst naar beneden braden, zodat die als laatste warm wordt. Draai hem daarna om zodat de huid bovenop goed kan bruinen. Een andere truc is de borst tijdens het braden af te koelen met een vloeistof, bijvoorbeeld bouillon. Wij deden dit niet, omdat het gebruiken van vloeistoffen zorgt dat je geen krokante huid krijgt. Voor een krokante huid is het juist belangrijk dat deze goed droog is voor je gaat bakken.


We kruiden de gans geurig, gebaseerd op een recept van Gordon Ramsey. Rasp de schil van de citroen en de limoen. Meng de rasp met een paar eetlepels honing, een paar lepels fijn zeezout, een eetlepel vijfkruiden mengsel en peper. Wrijf dit mengsel royaal over de gans. Wrijf de binnenkant van de gans in met zout en wat over is van het mengsel. Prop de rest van de limoen en citroen en een handvol groene kruiden in de gans. Je kunt dit van tevoren doen, eventueel zelfs de dag voor kerst.


Verwarm de oven voor op 220 graden. Braad de gans tien minuten op 220 graden, dan 20 à 30 minuten per kg op 190 graden, afhankelijk van hoe gaar je hem wilt. Giet elk half uur wat van het vocht uit de braadslee over de borst van de gans. Laat de gans een half uur rusten, verpakt in folie voor je hem aansnijdt. Giet het vet af en zeef het. Je kunt dit opvangen en bewaren, en gebruiken om aardappels in te roosteren. Het blijft, afgesloten in de ijskast, erg lang goed.



Wat we daadwerkelijk zullen eten, ik zal het laten weten. En jullie? Wat eten jullie deze kerst?