Showing posts with label snoep. Show all posts
Showing posts with label snoep. Show all posts

Tuesday, 20 December 2011

Een eigen huis


Belletjes klingelen, lichtjes fonkelen en kerstliedjes zwieren zachtjes door de kamer. Kersttijd is aangebroken. Hagel en storm beuken buiten tegen het huis, maar gelukkig is het vakantie en hoeven we nergens naar toe vandaag. We blijven binnen. Binnen is het warm en ruikt het naar sparrennaalden en kruidige koek. De kerstvakantie duurt nog lang maar wij vermaken ons met leuke dingen doen. Lekkere dingen. We gaan een peperkoek huis bakken.

Maar wat voor een? Een glutenvrije, zodat ik zelf mee kan eten? En koemelkvrij voor Jasmijn? Koken in ons huis is niet makkelijk meer.
Is het mogelijk een stevig genoeg recept voor glutenvrije peperkoek te bedenken, waar ik een huis van kan maken dat niet in elkaar stort? Natuurlijk, ik houd van een uitdaging.

Alleen, ik heb Moodkids een artikel beloofd, mét foto’s van mijn huis, dus ik kan geen risico’s nemen. En niet zit iedereen te wachten op een glutenvrij recept. Ik eindig met niet één, niet twee maar drie recepten. Een simpel recept voor een makkelijk, stevig huis, mét gluten, zonder ei. En een glutenvrije variant, beproefd en geproefd. Als laatste maak ik een traditioneel Duits recept voor Lebkuchen, op basis van roggemeel.

Alledrie de varianten zijn geschikt voor het maken van een huis en we bouwden er twee helemaal af, met succes. De glutenvrije peperkoek breekt wat sneller dan die gemaakt met tarwemeel, maar breuken kun je lijmen met wat glazuur en als het huis eenmaal staat is het stevig. Roggemeel is heel laag in gluten, maar levert toch een stevig huis op. Aangezien ik grof roggemeel gebruikte werd de koek wat ruw van structuur, ik zou een fijner roggemeel aanbevelen. De smaak van lebkuchen doet een beetje denken aan ontbijtkoek, die immers ook van roggemeel wordt gemaakt.

Peperkoek (naar keuze glutenvrij of zuivelvrij te maken)

250 g koude boter, in stukjes *
600 g meel (naar keuze tarwe of glutenvrij**)
200 g fijne bruine suiker
7 eetlepels stroop
1 ei (alleen bij glutenvrij)
2 theelepels bakpoeder
1 theelepel kaneel
4 theelepels gember
1 eetlepel xanthaan gom (alleen bij glutenvrij)
1 eetlepel vlozaad (psyllium husk) (alleen bij glutenvrij)

* Dit kun je vervangen door een zuivelvrije harde margarine
** Ik gebruik Dove’s Farm glutenvrij meel.

Er is veel te doen dus ik zet de kinderen aan het werk. Eerst maken we het deeg. In een grote kom mengen we de ingrediënten door elkaar. Samen kneden we het mengsel tot een soepel deeg.
Mocht het deeg te nat worden voeg dan wat extra lepels meel toe, het moet niet plakkerig zijn. Als het netjes gemengd is leggen we het deeg een half uurtje in de ijskast om op te stijven. Als het klaar is zetten we de oven aan op 200 graden om voor te verwarmen.


We bestrooien een snijplank en onze deegroller met wat meel en rollen het deeg tot dunne plakken van ongeveer een halve centimeter dik. Daaruit snijden we een dak en muren voor ons huis. Als je wilt kun je een deur en ramen uitsnijden. Om het makkelijker te maken kun je de Moodkids template gratis downloaden.
We bakken de muren en dakpanelen ongeveer 10 tot 12 minuten. Als we ze uit de oven halen laten we ze helemaal afkoelen op de plaat, zonder ze aan te raken! Ze zijn nu nog erg zacht en anders zullen ze breken, zeker de glutenvrije exemplaren. Eenmaal koud zijn de delen stevig en kunnen we het huis in elkaar zetten. Omdat het een precies werkje is waarvoor vier handen nodig zijn, liefst niet van peuters en kleuters, doen papa en mama het ’s avonds samen. Dan kan het meteen goed drogen gedurende de nacht. Om het huis in elkaar te lijmen mengen we 250 g poedersuiker met een eiwit tot een stevig glazuur.

Voeg eventueel nog wat water of juist extra poedersuiker toe, het glazuur moet net vloeibaar zijn maar niet te dun, anders droogt het te langzaam. Met een spuitzak, bijvoorbeeld gemaakt van een plastic zakje waar een puntje uit is geknipt, kitten we de muren van binnenuit dicht. Mocht je breuken krijgen in je panelen dan kun je ze met het glazuur lijmen. Laat ze dan wel goed drogen voordat je verder bewerkt. De breuklijnen kun je later tijdens het versieren bedekken.

Als het huis klaar is komt het leukste, het versieren. Je kunt alles gebruiken wat je mooi vindt. Koekjes, snoepjes, marshmallows, chocolade, zuurstokken, gekleurde sprinkels. Met hetzelfde glazuur waarmee we het huis in elkaar gekit hebben plakken we de versieringen vast. Als je met kleine kinderen werkt zet dan je perfectionisme opzij. Laat ze lekker rommelen, het wordt hún huis en als je een heel strak gestileerd huis wilt kun je het beter alleen maken. Pas wel op met wriemelende peutervingers, het glutenvrije huisje is fragiel.


Het is een goed idee heel kleine kinderen niet direct aan het huis zelf te laten werken. Maak van de restjes deeg die je overhebt kerstboompjes, sterren, peperkoekmannetjes of simpelweg rondjes. Laat de kinderen deze versieren en plak ze later tegen de wanden aan. Ziet je huisje toch wat al te gammel uit? Een flinke sneeuwbui van poedersuiker doet wonderen. Of spatel een paar flinke lepels wat dunnere glazuur over het dak en laat hem naar beneden druipen. Zo bedek je meteen eventuele oneffenheden.




Lebkuchen

600 g roggemeel
350 g suiker
4 eieren
80 g honing
1 eetlepel bakpoeder
3 à 4 eetlepels kruiden (gember of speculaaskruiden)

Kneed de ingrediënten door elkaar tot een soepel deeg. Laat het enkele uren op kamertemperatuur rusten. Verwerk het dan als boven beschreven, maar bak het op 165 graden circa 20 minuten.



En zo kan iedereen genieten van zijn eigen huis. Met of zonder gluten, melk, ei of tarwe. Eet smakelijk, en een heel fijne kerst!

Een deel van dit artikel verscheen ook op Moodkids

Tuesday, 29 November 2011

Van harten en vrijers


Vol verwachting klopt Tijm’s hart. Zou Sinterklaas de weg wel weten te vinden naar ons huisje aan de andere kant van het kanaal? Gelukkig is de stoomboot snel en opgelucht zingen de kinderen hun dank je wel bij goedgevulde schoenen. Dankzij lieve oma’s en opa’s hebben we ook dit jaar geen gebrek aan pepernoten, schuimpjes en muizen. Maar nu de grote dag in aantocht is en de voorraad langzaamaan begint te slinken duiken we toch de keuken in. Al was het maar omdat niets zo lekker ruikt als versgebakken speculaas.

Toevallig vond ik laatst op de rommelmarkt deze vriendelijke vent. Waar hij vandaan komt en wie hij is weet ik niet, maar hij komt goed van pas. Ik ga een vrijer bakken. Want Sinterklaas is niet alleen een kindervriend maar ook de beschermheilige van jonggeliefden. Lang geleden gaven jonge mannen, anoniem, hun beminde op vijf december een hart van suikerwerk of marsepein. Of een vrijer, van speculaas, versierd met glazuur en noten. En hopelijk versierde je daarmee in een klap je meisje. Een vergeten traditie, weggeconcurreerd door die andere heilige, Sint Valentijn. Jammer, want een zoet hart of een kruidige koek is toch veel leuker, en niet te vergeten lekkerder, dan een suf kaartje van papier?

Voor we beginnen te bakken moeten we de kruiden maken. Je kunt ze hier niet kopen, dus mengen we ze zelf. Veel leuker, en je kunt ze helemaal aanpassen aan je eigen smaak. Je kunt zo veel of weinig maken als je wilt, je kunt het recept hieronder maken met theelepels, eetlepels of soeplepels, zolang je de verhoudingen maar goed hebt. De belangrijkste regel: er zijn geen regels, behalve dat het mengsel pas goed is als jij het lekker vindt. En natuurlijk je geliefde.

Speculaaskruiden

3 lepels kaneel
1 lepel nootmuskaat
1 lepel kruidnagel
Naar smaak een halve eetlepel van een of meer van de volgende specerijen: kardemom, anijszaad, peper, gember piment en koriander.


Voor mijn glutenvrije vrijer gebruikte ik mijn recept voor gingerbread, waarbij je simpelweg de gember vervangt door de speculaaskruiden. Wees royaal met de kruiden, liever te veel dan te weinig!

Wie zoet is krijgt lekkers. Nu zijn er heel wat stoute kindertjes hier in huis, en om ze wat zoeter te maken gaan we borstplaat maken. Borstplaat maken lijkt heel makkelijk. En dat is het ook. Maar soms, onverklaarbaar, gaat het fout. Wanhoop niet, begin gewoon opnieuw. Mislukte of gebroken borstplaat kun je opnieuw opkoken.


Borstplaat

500 g suiker
150 ml water (of andere vloeistof)

Los de suiker in een steelpan op in het water en verhit het mengel goed roerend. Laat het even doorkoken, maar niet te lang en te hoog, het moet geen karamel worden. Het borstplaatmengsel is goed wanneer als je het van een lepel laat druppelen de laatste druppels als een taaie, elastische draad terugveren. Neem het mengsel van het vuur en laat het al roerende een tijdje afkoelen. Hoe langer je roert hoe zachter van textuur de borstplaat wordt. Leg de borstplaat vormen op een stuk bakpapier en giet het mengsel erin. Laat ze zolang afkoelen tot je witte vlekjes ziet verschijnen, je kunt ze dan op hun kant zetten om verder af te koelen. Haal als ze helemaal hard zijn de borstplaat uit de vormen.




Om de borstplaat verschillende smaken te geven kun je het water vervangen door iets anders. Bijvoorbeeld melk, room of koffie. Voor smaak kun je vanillesuiker of cacaopoeder toevoegen. Of bijvoorbeeld rozenwater, citroenrasp en gekonfijte gember.

Ik fantaseerde van citroen-roomborstplaat, met de frisromige smaak van lemon curd. Maar het werkte niet, elke poging draait uit op hetzelfde, een goddelijk smakende maar tandenbrekend taaie karamel. Blijkbaar is de reactie van het zuur met de eiwitten zodanig dat een taaie textuur ontstaat. Dus nog maar eens proberen. Met minder room. Of minder citroen.

En wat drinken we bij al dit lekkers? Bisschopswijn natuurlijk!