Verhitte discussies hadden we. Hij wilde gas,
makkelijk en snel aan te steken. Ik wilde de heerlijk doorrookte smaak die
echte kolen geven. Maar hij had de ultieme troefkaart in handen. ‘Ga jij het
ding aansteken?’
Hij won. Een rondje vragen bij vriendinnen
bevestigde dat ook daar de emancipatie nog niet zo ver is doorgedrongen als het op
barbecuen aankomt. Het vuur aansteken is mannenwerk.
Tijdens mijn studententijd bevond ik me eens
in een barbecue crisis. We waren met alleen meisjes, en zelfs voor een groep
studentes van een technische universiteit bleek dit een brug te ver. Natuurlijk
hadden we het best gekund. Maar waarom zouden we? In ruil voor een paar
biertjes waren de buurjongens meer dan bereid het vuile werkje voor ons op te
knappen.
Dus nu staat er een glimmend apparaat met
slang en blauw gastankje in de tuin. En, al blijf ik de rooksmaak missen, ik
moet toegeven: Het heeft zijn voordelen. Het ding is zo aan. En zo weer uit.
Daardoor is hij makkelijker te verdedigen tegen nieuwsgierige dreumesen,
peuters en kleuters. Ook ga je veel makkelijker ‘even barbecuen’. Op een gewone
doordeweekse zomeravond gooi je er zo je avondeten op. Wat maakt dat je al gauw
hele andere dingen gaat eten dan de standaard barbecue van kippenpoten,
hamburgers en worst. Nu had ik die gelukkig al een tijd geleden afgezworen.
Waarom zou je worst eten als je halloumi-bieten spiesjes kunt maken. Of
zalm-venkel spiesjes, gemarineerd in soja, gember en limoen. Of lamskebab met
rozijnen en pijnboompitten. Alleen de saté blijft voor mij een eeuwige
favoriet. Van zowel kip, tofu als quorn, zodat ook vegetariërs mee kunnen
genieten.
En al is er natuurlijk niets mis met een
lekkere salade op een hete dag, als het vuur aangaat gaat bij mij ook de
groente erop. Eigenlijk is alle groente geschikt om te grillen. Stukken
aubergine, courgette, paprika en trosjes tomaat zijn natuurlijk de klassiekers,
aan stokjes of in plakken.
Maar ook broccoli, bloemkool, venkel en prei zijn
heerlijk, met wat olie en kruiden ingesmeerd te grillen. Bij onze impromptu
barbecue graai ik simpelweg de groentela leeg en bestrooi alles rijkelijk met
een marinade van rozemarijn, olijfolie en knoflook.
En dan natuurlijk de bijgerechten. Omdat je in
een gasbarbecue de aardappels niet kunt poffen in de as, zullen ze er ook op
moeten. En dat is geen straf!
Gegrilde pittige zoete aardappels
Zoete aardappels
Olie
Sambal
Kruiden naar smaak
Zoete aardappel is vrij snel gaar, maar als je
wilt kun je hem even voorkoken. Niet te lang, dan wordt hij pap! Ik leg hem vaak
twee minuutjes met schil en al in de magnetron, dan is hij prima. Schil de
zoete aardappel en snijd hem in plakken van ongeveer een centimeter. Roer de
sambal los met de olie en bestrijk elke plak er rijkelijk mee. Eten er kinderen
mee die niet van scherp houden, vervang de sambal dan door een mengsel van een
theelepel komijn koriander en kaneel elk.
Bak de plakken aan beide kanten gaat op de
barbecue.
Knoflookaardappeltjes op de barbecue
kleine, nieuwe aardappels
paar tenen knoflook
flinke scheut lijfolie
handje rozemarijn
Kook de aardappeltjes in ongeveer vijf minuten
net niet gaar. Hak de rozemarijn en knoflook fijn en meng door de olie met wat
peper en zout. Laat de aardappeltjes even afkoelen in wat koud water, laat ze
droogdampen en roer ze dan door de marinade. Prik op spiesjes en gril ze
knapperig op de barbecue.
Ha, lekker!
ReplyDeleteps wanneer hoef ik niet meer te bewijzen dat ik geen robot ben ;-) (ik krijg nooit spamberichten op mijn blog)
Ik vrees nog even Inge, sorry. Ik kreeg ze wel eens, alhoewel, of ze nou van robots kwamen??
ReplyDeleteGemakkelijk, dat gas, zeker wel. Het heeft niet meer met bbq-en te maken, maar wachten, wachten tot het vuur goed is, vind ik toch ook behoorlijk lastig. Nu weet je tenminste hoe laat je kunt gaan eten.
ReplyDeleteKlopt Nell, 't meer een buiten fornuis nu. Maar wel fijn, op zich.
ReplyDeletetuurlijk heeft het wel met barbecue te maken. Bovendien is het smaakverschil best wel klein: wat zorgt voor de typische barbecue-smaak zijn de vetten die druppen en dan terug verdampen of verbranden. Dit is zowel bij gas als houtskool. Bovendien proef je de smaak van houtskool niet, houtskool heeft geen smaak.
ReplyDeleteWat je wel kan doen bij een gewone barbecue is voor een echt rooksmaak te krijgen een stukje hout mee in het vuur gooien zodat het goed rookt (kersen, appel of okkernoothout).
Maar dat effect kan je ook creëren op een gasbarbecue met houtsnippers.
Gas of pellet-barbecue: niets dan voordelen en bovendien kan je je eten veel beter en gerichter klaarmaken.
Ik ben het deels met je eens Michiel. Maar houtskool geeft toch echt een wat sterkere rooksmaak. Ik ben wel om wat betreft het gemak, en ook wat je zegt, het gerichter klaarmaken. Aanbranden en ongaar heb je veel minder. Dat stukje hout meegooien wil ik al langer proberen, dat ga ik zeker doen!
ReplyDeleteOch ziet er weer heerlijk uit. Ik houd helemaal niet zo van BBQen, maar het is wel heel gezellig.
ReplyDeleteIk neem het liefst een gas bbq, lekker makkelijk mee te nemen, schoon te maken, en snel te gebruiken. Ideaal voor als je niet alleen thuis gebruik wilt maken van je bbq
ReplyDeleteDaar heb je gelijk in Rick. Echter vind ik dat van een BBQ met kolen lekkerder eten afkomt.
Delete