Friday 28 September 2012

Tuinkruiden



Nu de dozen in ons nieuwe huis in Singapore uitgepakt zijn is het tijd voor de volgende stap: de buitenruimte inrichten. We hebben groen nodig, veel groen, om de geur en het kabaal van de drukke weg en de bouwput naast de deur te dempen. Ik mis mijn tuin, mijn kruiden en de moestuin. Gelukkig heeft ons appartement, in tegenstelling tot de meeste andere in deze overbevolkte stad, twee royale balkons en zowaar een dakterras. Nu nog kaal en leeg en vol beton, dus we gaan op weg naar het tuincentrum. Het is een waar paradijs. Tropische planten die in Nederland in kleine potjes in de kamer moeten zie je hier in het groot. Vingerplanten, gatenplanten, yucca’s, sanseveria’s, En alles voor een prikje. Ik koop grote palmen in drakenpotten, bougainville, orchideeën. Ons balkon zal een groene oase worden.

Het is me nog niet genoeg. Ik droom van een moestuin op het dakterras, maar in de hete wind en brandende zon verschrompeld mijn eerste poging, een aubergineplant, binnen twee dagen. Verhuisd naar de halfschaduw van het balkon beneden, naast de papaja, fleurt hij weer op en ik richt me op het volgende project: de kruidentuin. Plukte ik in Engeland rijkelijk van mijn tijm, rozemarijn, salie en oregano, hier ziet mijn kruidentuin er compleet anders uit. Op het balkon, in de hete tropenzon, groeien nu djeroek peroet, pandan, sereh, gember, laksa leaf en Thaise basilicum.

Met mijn tuin verandert mijn kookstijl. Van brits en europees naar oosters en geurig. De laksa leaves verdwijnen in de Singapore Laksa soep, de pandan in de rijst, gember, sereh en djeroek peroet in curries, roerbaksels en thee. Of in de kindvriendelijker eigen creaties waar ik me de afgelopen jaren in heb gespecialiseerd. Mijn kookstijl, toch al niet stijlvast, mengt zich steeds verder tot een vreemd mengsel van smaken van over de hele wereld. Fusion? Wellicht. Het begrip tuinkruiden zal voor mij in ieder geval nooit meer hetzelfde zijn!


Een van mijn absolute favorieten is djeroek peroet, ook wel kaffir lime of limau jeruk purut genoemd. De donkergroene, stevige blaadjes kun je vers of gedroogd kopen bij de beter gesorteerde toko. Mocht je een grote bos verse djeroek peroet hebben kunnen bemachtigen dan kun je de blaadjes het beste in de vriezer bewaren, daar blijven ze heel lang goed. De geurige frisse citrussmaak is heerlijk tropisch en kan allerlei gerechten opfleuren.


Oosterse schelpen met djeroek peroet en chili
500g schaaldieren (kokkels, mossels, clams)
1 teen knoflook
8 blaadjes djeroek peroet
sap van 1 limoen
verse chili of gedroogde chilivlokken naar smaak

Dit is een heel snel en makkelijk gerecht uit de wok. Je kunt het eten als voorgerecht, of als licht hoofdgerecht. Gebruik voor een hoofdgerecht 500 g schelpen per persoon, voor een voorgerecht de helft. Vergeet niet het overheerlijke vocht te proeven, doop het op met brood, lepel het als soep, of slobber het op oosters smakkende wijze uit de kom!

Was de schelpen goed in koud water. Gooi alle schelpen weg die bij het wassen niet dicht gaan, deze zijn niet meer levend en kunnen dus bedorven zijn. Ook schelpen die na het koken niet opengegaan zijn moet je niet eten, ook deze kunnen bedorven zijn.

Snijd de knoflook fijn, en de blaadjes djeroek peroet in hele dunne reepjes. Verhit een scheutje olie in een wok tot hij goed heet is. Bak de knoflook snel aan, gooi dan de schelpen erbij en roer een paar keer om. Giet het limoensap erbij, de djeroek peroet en ongeveer een half glaasje water. Als je een deksel hebt, zet dat dan op je wok en laat de schelpen koken tot ze allemaal open zijn. Dat gaat snel, in ongeveer een paar minuten. Draai dan het vuur af en breng de schelpen op smaak met fijngesneden chili, zoveel als je lekker vind.

Ook kleine kinderen kunnen de frisse, zoete smaak van djeroek peroet best waarderen. Kijk eens op Moodkids voor mijn recept voor deze tuinkruiden fritters, waarbij het begrip tuinkruiden natuurlijk geheel Aziatisch wordt opgevat!



Tuesday 18 September 2012

Het verkeerde land

Omdat ik graag mensen wilde leren kennen in Singapore deed ik mee aan een Supper Club. Iedere deelnemer, allemaal moeders van kleine kinderen, moest een gerecht bereiden, en dan zouden we dat onder het genot van een glaasje wijn en heel veel geklets verorberen. Ik houd van koken. Ik houd van wijn. Ik houd van kletsen. Succes leek me verzekerd. 
 
Per e-mail kreeg ik het thema doorgestuurd: Italiaans. Italiaans? Ooit, niet zo heel lang geleden, was ik gek op Italiaans eten. Was ik goed in Italiaans koken. Maar nu? Opeens deden mijn hersenen geen Italië meer. Ze waren compleet overspoeld door het Verre Oosten. Ze konden alleen nog maar denken in gember, lemongrass en sojasaus.
Bovendien zat ik nog in het service appartement en had weinig in huis, zowel in kookgerei als aan ingrediënten. Geheel ongeïnspireerd dwaalde ik door de supermarkt. Allerlei in het geheel niet Italiaanse ingrediënten sprongen me in het oog. Alles wat in mijn ogen enigszins voor Italiaans kon doorgaan koste een fortuin. En ik had nog steeds geen bankpasje vanwege gezeur met de bank en zat krap in mijn cash.
In gedachten surfden mijn gedachten over mijn eigen blog. Daar moest toch wel een leuk recept opstaan? Polenta, kwam in me op. Maar hier natuurlijk niet te krijgen. Ettelijke salades, maar die zou iemand anders al doen. Ook het toetje was al vergeven.
Risotto dan? Het moest ook makkelijk mee te nemen zijn en makkelijk te bereiden. En glutenvrij. Als iedereen pasta mee zou nemen zag ik mezelf al op enkel salade vele glazen wijn drinken, en veel te veel praten. Zo zou ik me niet populair maken.
Pasta dan maar, besloot ik. Ik griste wat pakken pasta in twee versies mee, gewone en glutenvrije. Een heleboel gele en rode paprika’s. En voordat ik naar de prijs kon kijken een flink stuk pecorino.


Pasta met geroosterde paprika, chilivlokken en pecorino

2 tot 4 paprika’s, liefst geel, rood of oranje (de groende zijn te bitter voor dit gerecht)
1 blik gepelde tomaten
olijfolie
1 theelepel gedroogde chilivlokken
flink stuk pecorino
pasta naar keuze

Was de paprika’s maar schil ze niet. Leg ze onder een hete gril, zo dicht mogelijk eronder. Draai ze af en toe om zodat alle kanten geroosterd worden, totdat de paprika’s vanbinnen helemaal zacht zijn. Het vel mag flink zwartgeblakerd zijn.
Haal ze uit de oven en laat even afkoelen. Trek dan het geblakerde vel van de paprika’s af (echt eerst afkoelen of je brandt je vingers!) dat nu makkelijk zou moeten loslaten. Zo niet, leg ze dan even terug onder de gril, dan ze zijn nog niet gaar. Verwijder zaadlijsten en steel, en snijd de paprika in stukjes. Pureer de paprika fijn met de gepelde tomaten, een scheut olijfolie, en breng op smaak met peper en zout. Kook de pasta (het beste gebruik je een pasta die de vloeibare saus goed vasthoud, bijvoorbeeld fusili of macaroni) gaar en roer de saus erdoorheen. Serveer heet. Strooi op het bord ook de chilivlokken erover, zoveel als je lekker vind of aandurft. Brokkel de pecorino in kleine stukjes en serveer die royaal bij de pasta.

Dit gerecht is ook heel geschikt voor kleine kinderen, laat dan de chili weg.