Wednesday 29 May 2013

Luizenleven

Als expatvrouw in Singapore zou ik alle tijd van de wereld moeten hebben. Hulp in huis, dus geen schoonmaak te doen. Ja, de boodschappen kosten wat meer tijd, maar met twee kinderen op school, en de derde drie ochtenden in de week op de peuterschool én een permanent beschikbare babysit, zouden er zeeën van tijd over moeten blijven. Ik heb een luizenleven. Ik zou me moeten vervelen.

Niets is minder waar. Er zijn altijd te weinig uren in de dag, afspraken moeten met moeite ingepland, soms verschoven, en bloggen schiet er meer dan regelmatig bij in. Vorig jaar in Engeland, zonder hulp en geen enkel kind dagelijks op school lukte het me elke week meerdere stukjes te schrijven, en nog een boek uit te geven bovendien. Wat, vraagt Roel me dan ook terecht, doe ik in vredesnaam met mijn tijd?

Geen idee. Schrijven, dat wel, want ik schrijf nog wat free-lance. Maar van de boeken die al jaren in mijn hoofd zitten en die ik nu de kinderen naar school gaan zou schrijven, staat nog geen letter op papier. Naar artsen en ziekenhuizen gaan vergt veel te veel, vervelende tijd. Kleine, niet te vermijden zaken als naar het postkantoor, massage of osteopaat voor mijn schouder, die ene ver-weg winkel met dat fijne glutenvrije meel, of die markt waar je de snelweg voor op moet maar waar ze wel zo’n fijne Thaise kraam hebben. Hulpmoeder zijn op school. Naar de playgroup met Jasmijn. En, toegegeven, heel af en toe iets leuks voor mezelf, zoals een kookcursus Thais of Indiaas eten.

Op een of andere manier weet ik mijn dagen meer dan te vullen. Toen ik laatst een collega moeder sprak die vertelde dat ze stiekem wel eens, doordeweeks, in haar eentje naar het strand ging om daar op zo’n strandtent op een lounger met een boek een ochtend door te brengen was ik stikjaloers. Dat wilde ik ook. En ik zou het gaan doen ook, nam ik me voor. Een maand later is het er nog niet van gekomen, ben ik nog steeds druk, gestresst, overwerkt. En dat voor een werkeloze met hulp in de huishouding. 


Maar goed, genoeg gezeurd, hoe druk het allemaal ook, er is altijd tijd voor een lekkere, snelle taart om de boel op te fleuren. De limoenboom bloeit en deze key lime pie is steevast een groot succes bij iedereen, en makkelijk glutenvrij te maken als dat nodig is.

Voor de taartbodem kun je van alles gebruiken, in Amerika gebruiken ze traditioneel ‘Graham Crackers’, een soort zanddeeg koekjes, die ze verkruimelen en met een paar eetlepels gesmolten boter mengen. Dat mengel stamp je dan met een lepel aan op de bodem van je taartvorm. Je kunt, net als wij vaak doen met een kwarktaart, eigenlijk alle soorten (glutenvrije) koekjes hiervoor gebruiken.

Aangezien ik toen ik deze taart de laatste keer maakte net niets aan koekjes in huis had maakte ik mijn eigen glutenvrije shortbread recept (zonder de gember en citroen, maar dat mag natuurlijk wel), en bakte het direct in de vorm. De hoeveelheid van dit recept geeft een vrij dikke bodem, maar omdat het limoenmengsel mierzoet is vond ik dat eigenlijk heel goed werken. 


Key Lime Pie
1 taartbodem (zie hierboven)
1 blikje gecondenseerde, gezoete melk (397g)
125 ml limoensap
5 eigelen

Roer het limoensap, de gecondenseerde melk en de eigelen goed door elkaar en giet dit mengsel op de taartbodem. Bak de taart op 180 graden ongeveer 10 minuten. Let goed op dat hij niet bruin wordt, dan smaakt hij wat aangebrandt.

Je kunt als je wilt de eiwitten opkloppen en wat suiker toevoegen en hiervan een merengue boven op de taart spuiten

.

Wednesday 8 May 2013

Pindakaas maken




Mama, roept Tijm, al weken, mama, mogen we pindakaas maken? Al weken roep ik terug, dat we eerst pinda's moeten kopen. Heel veel pinda's. Zonder pinda's maak je geen pindakaas. Maar ik vergeet het steeds. Dan gaat op een zaterdag Tijm samen met papa de boodschappen doen. En hij vergeet het niet. We kunnen aan de slag. 



Pindakaas maken is heel makkelijk. Wat heb je nodig? Pinda's! De kwalitiet en smaak van je pindakaas hangt af van de smaak en kwaliteit van de pinda's die je gebruikt. Het lekkerste is zelf pellen en roosteren. Hoe meer je ze roostert hoe sterker de smaak wordt. Tijm kocht pinda's die al geroosterd waren. Wel zo makkelijk. 






Behalve pinda's moet je om de pindakaas wat smeuïger te maken een paar eetlepels olie toevoegen. Het maakt niet veel uit welke, zonnebloem of een andere die niet te sterk van smaak is is het beste. Als je niet wilt dat je zelfgemaakte, en dus geheel natuurlijke, pindakaas strakjes gaat scheiden, waardoor er een olielaagje op komt en je hem voor gebruik steeds moet roeren, kun je een eetlepel hard vet toevoegen. Dat zorgt ervoor dat het vet hard genoeg is om in de pasta te blijven zitten. Wij voegden daarom een eetlepel palmvet toe. Als je ongezouten pinda's gebruikt, voeg dan wat zout naar smaak toe.



Blenden maar! 

Krunsh, oenk, krak. En toen was het stil. De blender was vastgelopen. We maakten de klus af in de hakmolen, in twee porties. Advies? Gebruik niet de blender, daarvoor is pindakaas te hard, een hakmolen is meer geschikt.



Schep de pindakaas in een pot, maak een mooi label en voilà:



Smullen maar!



De zelfgemaakte pindakaas is bijna op. 
Mama, roept Tijm. Mogen we Marmite maken?