We waren een weekje op vakantie in Australië.
Op een boerderij. Want na een paar maanden in een hete stad waren we wel toe
aan een portie natuur. En dat kregen we op onze boerderij. In de weide voor
onze bungalow graasden koeien, één hoogzwangere en
één met kalf. Tegen de tijd dat we weg gingen
waren dat er twee.
Onze biologische boerderij was van alle markten thuis, en
geheel zelfvoorzienend. In hun goed gesorteerde groentetuin mochten ook de gasten
plukken zoveel ze wilden. Dat hoefde je geen twee keer te zeggen tegen Tijm en
Linde, die als de dartele kalfjes de tuin in renden.
Op de boerenmarkt, en ook aan huis, verkocht
de familie verse avocado’s, ingemaakte kappertjes, olijfolie, macademia noten en
hun eigen rode wijn. Geen hiervan konden wij natuurlijk laten staan. Eieren
haalden de kinderen zelf onder de kippen vandaan, en ook de citroenen lagen zo
voor het oprapen.
Het boerenleven beviel goed. We hielpen
varkens, kippen en ganzen voeren. We bewonderden de guinea fowl en de koeien. En
we plukten. We plukten gretig. De eerste dag een verrukkelijke salade, en omdat
we verder nog geen boodschappen hadden gedaan, aangemaakt met, u raadt het al,
citroen, kappertjes en olijfolie van de boerderij. Een godenmaal.
’s Avonds gingen we in bad, buiten op de veranda
en keken naar de kangoeroes in de koeien wei. Het leven was mooi, op onze boerderij.
Vooral in de groentetuin. Vanwege het milde klimaat kan er in Australië het
hele jaar door geoogst en geplant worden. Nogal wat anders dan de Europese winter,
waar het in de moestuin toch behelpen is. Of in de schroeiende hitte van mijn
Singaporese dakterras, waar alles in de zon wegbrandt. Nee, dan de groene
weldaad van lente in West Australië.
De combinatie olijfolie, kappertjes en citroen beviel, dus die aten we elke dag. De vrij zoete citroenen die we uit de tuin haalden waren goddelijk, veel geuriger dan wat we normaal in de supermarkt vinden. Om de sterke smaak van deze verse, aan de boom gerijpte, citroenen te evenaren is het een goed idee wat citroenschil te gebruiken in onderstaand recept, ook al deed ik dit in Australië niet.
Deze donkere groene kool noemde de
boerin ‘kale’, een woord wat in het Engels gebruikt wordt voor verschillende varianten
van onze boerenkool. Zelf noem ik deze donkere kool met smalle bladeren Cavolo
Nero, een donkergroene Italiaanse soort. Maar met onderstaand recept kun je
eigenlijk elke soort kool lekker klaarmaken, dus als je deze winter nog wat
vind in je moestuin of in de boerenmarkt, fleur hem op met zonnige kappertjes en
citroen, en dan vind je, net als in Australië, twee seizoenen tegelijk op je bord!
Groene kool met kappertjes en citroen
Snijd de kool in dunne repen. Gebruik je net
als ik gezouten kappertjes, dan moet je het merendeel van het zout eraf spoelen
en/ of weken, en net zoveel overlaten als nodig is in het gerecht. Gebruik je
de variant die in zuur ingemaakt is dan moet je extra zout toevoegen.
Verhit een royale scheut olijfolie in een wok
of braadpan met dikke bodem. Bak de kool gaar in ongeveer tien minuten. Strooi
er een paar eetlepels kappertjes overheen en het sap en de geraspte schil van een
citroen. Bak nog een minuutje door. Breng op smaak met versgemalen peper.
Wil je ook wel eens verblijven op deze heerlijke boerderij? Hij ligt in Margaret River, een wijnstreek een paar uur ten zuiden van Perth, in West Australie. Kijk dan op de website van Burnside Organic Farm.
Deze variant 'kale' is de laatste tijd bij de biologische groenteman/winkel in Nederland ook goed verkrijgbaar. Onder de naam palmkool of ook wel Cavolo Nero, zoals je schrijft. Lekker!
ReplyDeleteJa, citroenen die van ellende uit de boom zijn gevallen, die zijn pas echt lekker! We kampeerden ooit eens op Sicilie in wat voorheen een citroenboomgaard was. Elke ochtend rapen.
Het lijkt me een lekker recept en een heerlijke plek om een weekje vakantie te vieren.