Terwijl Roel Jasmijn probeert stil te houden
in haar buggy duik ik de Chinese winkel in, waar de schappen te dicht op elkaar
gepropt staan om naar binnen te rijden. Tijm en Linde verdwijnen giechelend
ergens in het labyrint. Ik stapel snel wat plastic borden, bekers en
kommen in mijn armen. Die hebben we hard nodig, voordat de kinderen al het
servies in ons gemeubileerde, tijdelijke appartement kapot gooien. Buiten hoor
ik Jasmijn krijsen, en roept Roel, opschieten. Ik wil al naar de kassa lopen
als mijn oog valt op een stapel in een donkere hoek van de winkel. Een stapel
wokken. De keuken die we hier hebben is klein. De set IKEA pannen net zo klein
en onhandig. Het kookt er niet fijn. Maar er zijn twee dingen in deze keuken
die mijn kookhart sneller doen kloppen. De elektrische rijstkoker. En de
gigantische wokpit. Alleen de wok ontbreekt. Ik negeer dus het gegil van Jasmijn
en Roel, en ook het gestommel en geratel van Tijm en Linde. Ik probeer wel snel
te beslissen, maar weet me geen weg door de verschillende soorten. Ik heb me
niet ingelezen.
De oude, tandeloze Chinese eigenaar komt me
helpen.
‘Is this a good one?’ vraag ik, een niet te
zwaar, zwart exemplaar omhoog houdend.
No, no, schud hij, ‘very cheap, no good.’
Hij wijst naar een glimmend aluminium
exemplaar.
‘En deze dan,’ wijs ik naar een plaatstalen,
wat steviger wok.
‘No, that for restaurant. This good for home.’
Weer wijst hij naar het aluminium
exemplaar.
Buiten roept Roel weer: ‘Ben je nou nog niet
klaar? De kinderen breken de tent af. Je ging even borden kopen!’
Ok, knik ik naar de aluminium wok, en reken
snel af.
Thuisgekomen duik ik het internet op.
Verschillende soorten, hoe te onderhouden, hoe maak je hem gebruiksklaar? Mijn
aluminium blijkt niet de beste koop. Plaatstaal wordt aanbevolen, want dat is
duurzamer en geleidt de warmte het beste. Maar aluminium is ook geen al te
slechte geleider, het roest niet, en heeft als bijkomend dat je hem niet hoeft
‘in te werken’ en je hem direct kunt gebruiken. En, hij was niet duur, dus ik
kan later altijd nog een plaatstalen kopen.
Nu wok ik dus elke dag ons eten. De eerste
avond gooi er ik garnalen van de markt in. Zo, in wat olie, want specerijen heb
ik nog niet in huis. Roel vraag wat ik ermee gedaan heb, nog nooit at hij
zoiets heerlijks. Het zullen de verse garnalen van de markt, in combinatie met
het uitzicht van het terras wel zijn. Verder maken we gebakken rijst, gebakken
noedels, groenten in oestersaus, gefrituurde Japanse zoete aardappels, kokkels
met gember, en noedelsoep. Allemaal gemaakt van de prachtige verse ingrediënten van de markt. Heerlijke, ongelofelijk makkelijke
gerechten die ik zo in elkaar draai, zelfs in een kleine, onhandige keuken.
Noedelsoep met paddestoelen en ei uit de wok
200 g vermicelli rijstnoedels
2 cm verse gember
1 teen knoflook
5 cm citroengras
150 g shi-take paddestoelen
150 g wood ear paddestoelen (kun je ook
vervangen door oesterzwammen)
paddenstoelen bouillon (ik gebruikte gewoon
blokjes, het mag ook groentebouillon zijn)
handvol taugé
een paar handen groente, ik gebruikte bok
choy, kai lan en kang kong, maar je kunt ook bijvoorbeeld paksoi, spinazie of Chinese kool
gebruiken)
2 lente-uitjes
2 eieren
Kook water en bereid de rijstnoedels zoals
aangegeven op de verpakking, meestal moet je ze een paar minuten weken in
kokend water. Snijd de gember en knoflook fijn, en splits het
citroengras in tweeën. Snijd ook de paddestoelen en de stelen en harde delen
van de groente in stukjes. Verhit wat olie in de wok en bak de gember en
knoflook even aan, en voeg dan de paddestoelen en harde stukken van de groente
toe. Bak ze kort totdat ze beetgaar zijn. Voeg dan het citroengras toe en de
taugé. Overgiet alles met kokende bouillon (of water en de bouillonblokjes) en
breng het geheel aan de kook. Gooi dan de groene bladeren erbij. Klop de eieren
los in een kommetje. Giet, al roerende, de eieren in een dun straaltje in de
hete soep, zodat het ei stolt in kleine sliertjes. Voeg dan de noedels toe en
serveer heet, gegarneerd met de fijngesneden lente-ui .
Met noedelsoep als deze kun je eindeloos variëren.
Je kunt vis, garnalen, kip, vlees, tofu en alle soorten groente en kruiden
toevoegen. Leef je dus uit en maak je eigen combinaties, elke keer weer.
Aluminium kan best, zolang je er maar niets zuurs in gooit.
ReplyDeleteNou, ik vind het toch tegenvallen. Hij bakt wel redelijk aan. Mijn Indonische hulp vind hem ook helemaal niets. Ik heb nog een oude uit NL, die is een stuk beter, maar die heeft weer een platte bodem. Ik ben dus toch nog op zoek naar de perfecte wok, maar wil het nu niet overhaast gaan doen.... Ik zal het laten weten als ik hem heb!
Delete