Monday 3 December 2012

Een zoete hap

Singaporians houden van suiker. Ze stoppen het graag overal in, met weinig mate. In drankjes, brood, snacks. Maar ook op plekken waar je het nooit zou verwachten. Een paar maanden geleden, we woonden nog maar net in Singapore, aten we eens taco’s. Gewoon ouderwets gemakkelijk, van die krokante, gevouwen maistortilla’s, met een simpele vulling van onder andere gekruid gehakt, tomaat, sla en kaas. Roel maakte, bij gebrek aan zure room, een sausje van naturel yoghurt. Ik maakte mijn favoriete opgebakken bonen (refried beans) door wat ui en knoflook te bakken, daar wat uitgelekte kidneybonen aan toe te voegen en het geheel grof te pureren en te bakken in olie. (Het lekkerst zijn deze opgebakken bonen overigens als je gedroogde pinto bonen gebruikt, deze een nacht laat weken, en dan zelf kookt. Maar dat is een hoop werk, we waren moe, en met een blikje kidneybonen zijn ze ook best smakelijk)

We gingen zitten voor onze snelle maaltijd en vulden hongerig onze schelpen. De sla, kaas en saus puilde aanlokkend over de rand en ik nam een grote hap. Knapperende taco, frisse sla, zoutige kaas. En zoete saus. Zoete saus? Ja, de naturel yoghurt in zijn lichtblauwe bak bleek, bij nader onderzoek, stevig gezoet. Och ja, haalden we onze schouders op, beter opletten, hoofdschudden we, en namen nog een hap, door het zoet naar het pittige gehakt en de frisse tomaat. Tot we, tot onze grote verassing op de bodem weer stuitten op zoet. Ik moest er het blikje voor uit de prullenbak opdiepen voor ik het geloofde, maar jawel; ook de kidneybonen waren gesuikerd.


Dat hadden we natuurlijk moeten weten. Kidneybonen worden namelijk in Azië vooral gebruikt in zoete gerechten, bijvoorbeeld chendol, of ijs katjang, een toetje van vrolijk gekleurd schaafijs met gecondenseerde melk, jellysliertjes, palmpitten en niet te vergeten maiskorrels en kidneybonen. Katjang betekent immers boon in het Maleis. IJs katjang is prachtig om te zien met zijn felle kleuren siroop en smaakt koel en verfrissend. Maar ook heel apart, en voor veel westerse mensen is de smaak een paar bruggen te ver.


Vandaar vandaag een heel ander recept: kiptaco’s. Mexicanen vullen hun taco’s niet vaak met gekruid gehakt, zoals we dat kennen uit de Tex-Mex keuken, maar met gekookt en in reepjes gescheurd vlees, dat weinig of licht gekruid wordt. Omdat de limoenen aan onze nieuwste aanwinst op het terras net rijp waren bracht ik de kip in dit recept op smaak met, hoe kan het anders hier, chili en limoen. Fris en pittig, met sla, tomaat en zoete guacamole. Zo is voor het mij wel zoet genoeg.



Kiptaco’s met limoen en chili
Per persoon 100-150 g kippenvlees
Sap van 2 limoenen
1 of meer rode chilipepers
halve theelepel paprikapoeder
klein blikje maiskorrels
maistaco’s
voor de garnering naar keuze:
ijsbergsla
tomaat
guacamole
zure room


Je kunt voor dit gerecht verschillende soorten kip gebruiken, dijen, poten, borst of zelf een hele, in stukken gehakte kip. Leg de stukken kip in een pan en overgiet ze met water tot ze net onder staan. Laat de kip, afhankelijk van de grootte van de stukken, twintig minuten tot een half uur koken, tot het vlees mals en gaar is en het makkelijk loslaat als je eraan trekt. Giet de kip af (het vocht is nu een geurige bouillon: bewaren dus)


Laat het vlees een beetje afkoelen zodat je je vingers niet brand en trek dan het vlees met je handen of twee vorken los in kleine reepjes. Breng het vlees op smaak met fijngesneden chili, peper, zout, paprikapoeder en roer er de maiskorrels door. Als je van pittig houdt kun je in plaats van mild paprika poeder de hete ‘smoked paprika’ gebruiken.


Verhit de taco’s in de oven, en serveer ze met de kip, sla, tomaat, guacamole en eventueel zure room.

No comments:

Post a Comment

Suggesties, tips of commentaar? Graag!