Friday, 18 February 2011
Erwtensoep anders
Er mogen nog wel wat zwangerschapskilo’s af. Niet dat ik te dik ben, maar ja, die slanke spijkerbroeken, zonder wijde elastieken bovenband, lonken me toe in de kast. Ze komen niet over mijn mama-dijen heen. Die moeten er dus af, die dijen. En die blubberbuik ook. Papa heeft een bescheiden bierbuikje en wil wel meedoen. We gaan op dieet. Ik overweeg lichte maaltijden. Salades. Rauwkost. Eigenlijk eten we al best gezond. Ja, bedenk ik, bij nader inzien, wel veel kaas. Kaas is vet. Maar we eten ook veel groentes. En groentes zijn gezond. Zo mijmer ik nog even door. De inspiratie komt niet. Ik heb geen zin in salades. Buiten is het koud. Guur. Zelfs te kil voor een halfwarme, lauwe salade. Ik wil stevige kost. Ik moet immers melk produceren. Krachtvoer, daar heb ik zin in. Met veel calorieën. Verwarmend. Die buik, daar helpt toch geen dieet aan. Daarvoor helpen alleen heel veel, uiterst pijnlijke, buikspier oefeningen.
Dus besluit ik: erwtensoep. Echte februarikost. Een paar jaar geleden maakte ik hem voor het eerst. Naar Hollands recept. Met split green peas, want in Engeland hebben ze geen spliterwten. Split green peas klinkt als spliterwten, leek me. Zo zagen ze er ook uit. Kleine, halve, grijsgroene erwten. Maar toch ging het ergens mis, met de peas. Ze kookten, en kookten, en kookten. Maar het bleven wat ze waren, split green peas. Harde kleine erwtjes. Geen lekkere groene smeuïge massa. Na nachten weken en uren, en nog een paar uren, koken ging de pureerstaaf erin. Zelfs dat hielp niet. De textuur bleef grof, met kleine velletjes. Teleurgesteld gaf ik het op. Dit jaar bood oma uitkomst. In mijn voorraadkast staan ze op een rij. Doosjes echte spliterwten, uit Holland. Tijd voor een herkansing. Dit werd het. Geen Hollandse erwtensoep deze keer. Ook geen Engelse. Gewoon, erwtensoep. Maar dan anders. Zonder spek en worst. Toch nog een beetje light.
Erwtensoep anders
500 g spliterwten
2 liter water of bouillon
2 flinke penen, in kleine blokjes
1 stengel selderij, liefst met blad, in stukjes
1 ui
1 theelepel kurkuma
2 theelepel gemalen koriander
1 theelepel komijn
2 laurierblaadjes
Breng de spliterwten met 2 liter water aan de kook, en laat onder af en toe roeren ongeveer een uur koken totdat ze bijna gaar zijn. Hak intussen de ui fijn en fruit aan in wat olie. Voeg de gedroogde specerijen en de laurier toe en bak een paar minuten tot de ui zacht is. Voeg dan de peen en selderij toe en bak nog een paar minuten door. Voeg dit mengsel na het uur koken toe aan de erwten en kook het geheel nog een half uurtje door. Breng op smaak met peper en zout. Je kunt de soep of zo laten, of pureren tot een gladde massa. Je kunt hem meteen eten, of een nachtje laten staan. Dan staat je lepel er rechtop in. En is hij extra lekker.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
Ik ben een Nederlandse en maak de erwtensoep vegan, maar wel met zoveel mogelijk de smaak van 'vroeger' bij moeder thuis.
ReplyDeleteIk doe er geen bleekselderij in, maar knolselderij. Verder nog een paar aardapplen in blokjes. Verder veel knoflook. Dat is later niet meer zodanig te herkennen qua smaak, maar geeft het een 'aardse basis'.
Een beetje extra olie vind ik ook lekker in de soep. Maar ik houd dan ook van iets vettige soep. De calorieën van het vlees zitten er toch al niet in.