
Engelse kaas heeft buiten eigen land geen goede naam. Bij cheddar denken de meeste mensen aan rubberen velletjes die op een al even smakeloze hamburger liggen. Andersom staat Nederlandse kaas in het buitenland ook niet echt goed bekend. En terecht, want wat je hier in de supermarkt vindt, de ‘Goeda’ en ‘Iedam’, is niet direct om over naar huis te schrijven. Maar zoals Nederland toch echt vol geweldige kazen is (de gedachten alleen al aan een pondje boerenbelegen van de markt doet me het water in de mond lopen) zo is Engelse kaas in Engeland een ander verhaal. Cheddar komt in vele soorten en maten, van jong tot oud, van kruimelig tot sappig. Veel ervan zijn heerlijk. De enige kaassoort die verder nog internationale bekendheid heeft is de Stilton. Een pittige, vrij harde blauwe kaas, heerlijk met port. Maar Engeland kent ongelofelijk veel soorten kaas waarvan de meeste het eiland nooit verlaten. De Engelsen eten ze liever zelf op.
Zo is er de zachte, kruimelige Wensleydale. De donkere Red Leicester en Double Gloucester. Cornish Yarg. Cheshire. Lancashire. Shropshire Blue. Elke zichzelf respecterende county heeft wel een eigen kaas. Met bijbehorende rituelen, zoals het jaarlijkse kaas rollen in Gloucestershire, waarbij deelnemers een flinke heuvel afsnellen, om als eerste de buit, een acht pond flinke Double Gloucester, te vangen. En, laat de Fransen het niet horen, maar in het zuiden, in Somerset maken ze een niet onverdienstelijke Brie en Camembert.
Er is alleen een ding wat je met Engelse kaas moeilijk kan: Een boterham beleggen. Een Hollandse boterham dan, met nette dunne plakken. In aanraking met een Hollandse kaasschaaf valt de Engelse kaas beledigd in kruimels uiteen. Zo’n dun, calvinistisch plakje, dát kan hier niet. Dus doen we dat dan ook maar niet. We eten de kaas in grote brokken, met pickle, stukken appel en uitjes in onze Ploughman’s. En als we hem al op de boterham doen dan geraspt, in dikke lagen, vergezeld van tomaat, komkommer, relish en heel veel boter. Of we gebruiken hem in de keuken. In het volgende recept gebruikte ik Shropshire Blue. Dit is een harde blauwe kaas, die een beetje lijkt op Stilton, maar een dieporanje kleur heeft. Kun je die niet krijgen dan kun je hem vervangen door Stilton, of een andere blauwe kaas. Of zelfs een harde geitenkaas, zolang het maar een pittige, zoute kaas is die tegenwicht biedt aan de zoetzure bieten.

Geroosterde balsamico-bieten met Shropshire Blue
8 verse bieten
scheut olijfolie
scheut balsamico-azijn
handje verse oregano
zeezout en peper
ongeveer 200 g Shropshire kaas
Schrob de bieten goed schoon maar pel ze niet. Als de schil erg dik is kun je die na het roosteren verwijderen, is hij dun en schoon dan kun je hem gewoon opeten. Als de bieten erg groot zijn kun je ze het beste doormidden snijden, anders duurt het erg lang voor ze gaar zijn. Leg ze in een ovenschaal en besprenkel ze rijkelijk met olijfolie, balsamico en peper en zout. Bak ze in de oven op ongeveer 200 graden in ruim drie kwartier gaar. Ze moeten zacht zijn maar niet gerimpeld en gekrompen worden. Snijd de kaas in wiggen, en rangschik de bieten en kaas op een bord. Besprenkel nog met een paar druppels balsamico en wat olijfolie en garneer met de oregano. Serveer met gepofte aardappels.